Eindterm 1
Berekeningen voor een handelsonderneming of dienstverlenende onderneming
Toetsterm 1.1
De kandidaat kan berekeningen maken op basis van enkelvoudige interest op basis van het interestbedrag, het kapitaal en/of de looptijd.
Bij enkelvoudige interest bereken je de interest over het oorspronkelijke bedrag.
Enkelvoudige interest = K x P x T
100 x c
Waarin K = kapitaal
P = percentage
T = tijd
c = constante en het getal is afhankelijk van de tijdseenheid
c = 1 als je rekent in jaren
c = 12 als je rekent in maanden
c = 52 als je rekent in weken
c = 365 (of 360) als je rekent in dagen
Toetsterm 1.2
De kandidaat kan berekeningen maken met betrekking tot facturering:
• berekenen van het factuurbedrag van een inkoop en een verkoop
• berekenen van de volgende toeslagen en kortingen op de prijs: rabat, korting voor contant, kredietbeperkingstoeslag
• berekeningen met omzetbelasting
• berekeningen maken met bijkomende inkoop- en verkoopkosten
Kortingen worden in mindering gebracht
Kredietbeperkingstoeslag en omzetbelasting komen er bij.
Toetsterm 1.3
De kandidaat kan berekeningen maken met betrekking tot lineaire hypothecaire- en onderhandse leningen van de aflossing, het kapitaal of de looptijd.