Examentraining eindterm 3
Verzekeringen voor een handelsonderneming of dienstverlenende onderneming.
Toetsterm 3.1
Toetsterm 3.1
De kandidaat kan de volgende verzekeringen en begrippen in concrete situaties verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen deze verzekeringen en begrippen uitleggen:
• de volgende schadeverzekeringen: brandverzekering, transportverzekering, bedrijfsschadeverzekering, kredietverzekering, productaansprakelijkheidsverzekering, WA-verzekering, rechtsbijstandsverzekering
• oververzekeren, onderverzekeren, premie
• de volgende sommenverzekeringen: levensverzekering, lijfrenteverzekering, pensioenverzekering, compagnonsverzekering
Bij schadeverzekeringen is er sprake van een onzekere gebeurtenis en is de uitkering afhankelijk van de geleden schade.
• Brandverzekering: De verzekering ter dekking van de schade als gevolg van brand.
• Transportverzekering: De verzekering ter dekking van de schade die ontstaat tijdens het transport van goederen.
• Bedrijfsschadeverzekering: De verzekering ter dekking van de schade die ontstaat als de onderneming door een calamiteit niet meer kan functioneren.
• Kredietverzekering: De verzekering ter dekking van de schade als een debiteur niet kan betalen.
• Productaansprakelijkheidsverzekering: De verzekering ter dekking van de schade die ontstaat door het leveren van een ondeugdelijk product.
• WA-verzekering: dekt de schade die een persoon toebrengt aan anderen (WA = wettelijke aansprakelijkheid);
• Rechtsbijstandverzekering: De verzekering ter dekking van de kosten van juridische bijstand.
Bij sommenverzekeringen staat het uit te keren bedrag vast. De uitkering vindt plaats op een afgesproken moment, bijvoorbeeld bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden.
• Levensverzekering: De verzekeringsovereenkomst waarbij de verzekeringmaatschappij een bepaalde geldsom uitkeert die verband houdt met het leven of sterven van een bepaald persoon.
• Lijfrenteverzekering: De verzekeringsovereenkomst die bij leven een geldsom uitkeert als aanvullende pensioenuitkering.
• Pensioenverzekering: verzekert de werknemer van een oudedags- of nabestaanden pensioen
• Compagnonsverzekering: De verzekering die de firmanten van een vennootschap onder
firma (VOF) afsluiten op het leven van de firmanten onderling.
Oververzekering: De situatie waarin de gezonde waarde lager is dan de verzekerde waarde.
Onderverzekering: De situatie waarin de gezonde waarde hoger is dan de verzekerde waarde.
Toetsterm 3.2
De kandidaat kan berekeningen maken van een uitkering bij een schadeverzekering, bij een gegeven werkelijke (gezonde) waarde, een gegeven schadebedrag en een gegeven verzekerd bedrag.
Uitkering bij schade = verzekerde waarde x schadebedrag
gezonde waarde